Scriptiecorrectie

Scriptie nakijken op taal

Scriptie nakijken op structuur
Voordat we een scriptie nakijken op inhoud, biedt Scriptium een controle van de structuur van een scriptie. Deze controle wordt op paragraafniveau uitgevoerd. Er wordt gecontroleerd of er geen informatie ontbreekt en of er geen overbodige of irrelevante informatie vermeld wordt. Overbodige informatie ondermijnt de effectiviteit van een scriptie en dat komt de betrouwbaarheid, validiteit en objectiviteit niet ten goede. Dergelijke discrepanties in structuur worden aan de hand van tekstballonnen in de kantlijn aangegeven door de corrector. Een corrector zal nooit zelf informatie verwijderen of toevoegen.
Het is tevens onderdeel van de structuurcontrole om te controleren of verwijswoorden duidelijk zijn toegepast. Het is voor de schrijver vaak duidelijk waar verwijswoorden als ‘deze’, ‘hierom’ en ‘dit’ naar verwijzen, maar voor de lezer ligt dat wellicht anders.

Scriptie nakijken op inhoud
De derde en unieke dienst die Scriptium biedt is de inhoudscontrole. Als we een scriptie nakijken op inhoud gebruiken we een uitvoerige checklist. Aan de hand van die checklist wordt bepaald of de scriptie als geheel voldoet aan alle eisen opgesteld door hogere onderwijsinstellingen en of alle losse hoofdstukken en onderdelen alle vereiste informatie bevatten. Alle verbanden tussen alinea’s en hoofdstukken worden onder de loep genomen en de student ontvangt feedback over het algehele verloop van de tekst. Voor de precieze voorwaarden van een inhoudscorrectie kun je deze pagina lezen.

Inhoudelijke tegenstrijdigheden
De 10 meest gemaakte inhoudelijke scriptiefouten
Met stipt op nummer één staat het probleem van de onafgebakende hoofdvraag. Een goed onderzoek is een onderzoek met een duidelijke padstelling en helder doel. Vaak zien we dergelijke zaken wel terug in de formulering van de doelstelling en probleemstelling, maar is de hoofdvraag op zichzelf geen reflectie van doelmatig onderzoek doen. Eigenlijk moet een lezer de essentie en doelstelling van je hele onderzoek kunnen aflezen aan de hoofdvraag zonder verdere context. Meer lezen over het correct afbakenen van je onderzoeksvraag? Klik dan hier.
Het behalen van een (hoog) woordenaantal kan een flinke uitdaging zijn. Om te zorgen dat een scriptie genoeg woorden bevat, schrijven veel studenten hele lange literatuurhoofdstukken die daardoor ook afwijken van de kern van het gehele onderzoek. Het opnemen van irrelevante informatie in het theoretisch kader is een probleem dat veel voorkomt in scripties. Probeer in kaart te brengen welke informatieve onderwerpen in je theoretisch kader direct te verbinden zijn aan een element in je hoofdvraag. Kun je dat niet? Dan is de informatie hoogstwaarschijnlijk niet relevant genoeg.
Naast de inhoudelijke informatie in het theoretisch kader, is de inhoudelijke structuur ook iets waarmee veel studenten de mist in gaan. Een goed theoretisch kader wordt geschreven in trechtervorm. Dat betekent grofweg dat je breed begint, en steeds meer toespitst op het afgebakende doel van jouw onderzoek.
Je begint het proces met het formuleren van een hoofdvraag, dan schrijf je een theoretische onderbouwing, kies je een methode, verzamel je data, analyseer je data, en dan is het pas tijd voor het opstellen van je conclusie. Tussen het stellen van de vraag en het geven van het antwoord zitten soms maanden aan tijd. Dit is vaak ook de reden dat de conclusie helemaal geen antwoord geeft op de hoofdvraag. Ga eens na: stel, je haalt alle tekst tussen de hoofdvraag en de conclusie uit je scriptie, sluiten die twee dan op elkaar aan?
Een academisch onderzoek valt of staat met het aangehaalde bronmateriaal. Alles moet objectief en onderbouwd zijn en dat kan niet zonder valide en betrouwbare bronnen. Het vinden van de juiste theoretische achtergrond is dan ook een essentieel onderdeel van een goede scriptie. Helaas zien we vaak dat er bronnen gebruikt worden die niet valide zijn en/of zijn verouderd. Het academisch veld is constant onderhevig aan verandering, daarom dien je jouw onderzoek te baseren op literatuur die zo recent mogelijk is opgezet. Wie weet wat er in de tussentijd allemaal veranderd is. En, het is ongelofelijk dat we het moeten zeggen: Wikipedia is géén valide bron.
Het kan wat vaag zijn wat nu precies het verschil is tussen een probleemstelling en een doelstelling. Vooral is het soms lastig om te onderscheiden wat er precies in de doelstelling moet staan en wat er in de probleemstelling hoort. Onthoud altijd dat de doelstelling volgt op de probleemstelling. Je stelt het probleem dat je wil gaan oplossen vast in de probleemstelling, en schrijft de oplossing voor het probleem in je doelstelling.
Zodra je jouw data gaat verzamelen en daarna gaat opschrijven in je resultatenhoofdstuk, is het heel aanlokkelijk om alvast wat verbanden te leggen en conclusies te trekken gebaseerd op wat je ontdekt. We zien dan ook vaak dat er al conclusies worden getrokken in het resultatenhoofdstuk, waardoor de conclusie en de datapresentatie door elkaar beginnen te lopen. Probeer het resultatenhoofdstuk te zien als een (droge) presentatie van je onderzoeksgegevens, en niets meer dan dat.
De discussie van je scriptie geeft ruimte om de eventuele problemen in je onderzoek te signaleren. Het geeft je de kans aan te tonen dat je weet wat er beter had gekund of wat er mis is gegaan. Dit signaleert een leerproces en dat is uiteindelijk waarom je een scriptie moet schrijven. Het is niet erg dat je fouten maakt in de uitvoering van je scriptieproces, zo lang je er maar van leert. Wees dus niet bang om limitaties en tekortkomingen gewoon uitgebreid te beschrijven. Een discussiehoofdstuk dat uitsluitend positief is over een onderzoek, is geen goed discussiehoofdstuk.
De methodesectie van je scriptie, vaak het derde hoofdstuk, is een lastig hoofdstuk voor veel studenten. Het is de bedoeling dat je gaat beschrijven hoe je jouw onderzoek gaat uitvoeren. Dat is niet zomaar een droge beschrijving waarbij je een verhaal vertelt over waar en wanneer je interviews gaat afnemen, maar een methodisch hoofdstuk waarin je onderbouwd waarom je bepaalde bewezen onderzoeksmethoden gaat toepassen en hoe ze van toepassing zijn binnen het kader van jouw scriptie. Lees je methodesectie nog eens na en vraag jezelf na elke keuze af: staat er, naast het ‘hoe’, voldoende ‘waarom’?
Soms is de scheiding tussen een mening en een feit vrij dun. Het komt dan ook vaak voor dat een subjectieve uitspraak wordt gepresenteerd als feit, en dan niet wordt voorzien van een bronvermelding. Dit soort uitingen worden het vaakst gemaakt door scriptieschrijvers die gepassioneerd zijn over hun onderwerp en onderzoek en graag gebruik maken van de kracht van de overtuiging. Helaas is daar geen plek voor in een academisch onderzoeksdocument.
Onderbouwing

Vakspecifieke kennis
Inhoudelijke samenhang
Bronnencontrole

Lune
Corrector
Lara
Corrector
Kilian
Corrector
Gabrielle
Corrector
Laura
Corrector
Myrthe
Corrector
Nienke
Corrector
Remy
Corrector
Maaike
Corrector
Erica
Corrector
Inge
Corrector
Klarinda
Corrector
Henk
Corrector
Michelle
Corrector
Miranda
Corrector
Yosef
Corrector
Rianne
Corrector
Stef
Corrector
Anna-Rose
Corrector
Bastiaan
Corrector
Gerda
Corrector
Nanny
Corrector
Petra van N.
Corrector
Petra van O.
Corrector
Wim
Corrector
Wouter
Corrector
Amieke
Corrector
Lisette
Corrector
Mies
Corrector
Mique
Corrector